Opzeg van lidmaatschap van associatie en schadevergoeding

    januari 02, 2024

    Twee stomatologen hadden een associatieovereenkomst gesloten op 17 november 2003 en waarbij gezamenlijk inkomsten en uitgaven werden gepoold. Ze vormden aldus een associatie. In het jaar 2010 werd een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten met een derde stomatoloog. Partijen kwamen overeen dat deze nieuwe arts gedurende een initiële periode van vier jaar een bepaald percentage van zijn inkomsten zou afstaan aan de associatie. Hij betaalde aan de twee stomatologen ook een bedrag van 569.330,06 EUR. In de loop der jaren ontstonden echter spanningen tussen de associatie en de betrokken stomatoloog, wat leidde tot de opzegging van de overeenkomst op 26 december 2012.

    Na onderhandelingen besloten de partijen om de samenwerking voort te zetten en sloten ze een nieuwe overeenkomst op 22 september 2013, met aangepaste financiële regelingen en een evaluatie op 31 december 2013. Nochtans schreven de twee oorspronkelijke geassocieerden in juni 2013 naar de directie en de derde stomatoloog een brief waarin ze duidelijk maakten dat ze de samenwerking opzeggen met ingang van 1 juli om te eindigen op 30 september 2013. De derde stomatoloog vond dat de opzeg ontijdig gebeurde. Het Hof oordeelde dat de opzegging van juni 2013 rechtsgeldig was. Hoewel er een nieuwe overeenkomst werd gesloten op 22 september 2013, had de opzegging duidelijke toekomstige gevolgen en leidde deze niet tot retroactieve verplichtingen.

    Belangrijk is dat het Hof vaststelde dat de opzegging niet automatisch recht gaf op terugbetaling van betaalde bedragen voor gebruik van bv materiaal door de stomatoloog omdat een opzegging slechts toekomstige gevolgen heeft en geen restitutieverplichtingen schept. De oorspronkelijke geassocieerden hoefden daarom het bedrag van 569.330,06 EUR dat de derde stomatoloog ooit betaalde, niet terug te betalen, aangezien dit werd beschouwd als een vergoeding voor de kostenstructuur van de dienst in het ziekenhuis en het gebruik van het patiëntenbestand door de derde stomatoloog. De derde stomatoloog had daarvan tijdens de samenwerking gebruik van gemaakt.


    Emma Van de Voorde