Uit zowel het verzoekschrift van de partijen als uit het verslag van de accountant blijkt duidelijk dat er onduidelijkheid en onzekerheid bestond bij de partijen over de verplichting om de fusie aan te melden. Deze onzekerheid was in zekere zin gerechtvaardigd, aangezien te goeder trouw werd aangenomen dat groeperingen of fusies tussen ziekenhuizen binnen een netwerk konden worden beschouwd als een interne groepering binnen een bestaande economische eenheid die niet onderworpen zouden zijn aan het concentratietoezicht van de Belgische Mededingingsautoriteit. Dit standpunt hoeft niet echt te verwonderen vermits artikel 2 van de wet van 28 februari 2021 bepaalt dat de oprichting van een ziekenhuisnetwerk niet onderworpen is aan het concentratietoezicht.
Uiteindelijk werd wel snel duidelijk dat de voorgenomen fusie toch onderworpen was aan het concentratietoezicht. Het probleem was evenwel dat tal van akten diende te worden goedgekeurd op uiterlijk 29 juni 2023 en dat er op dat moment nog geen uitspraak zou zijn van de Mededingingsautoriteit.
Volgens het principe van de standstill mag, zolang de Belgische Mededingingsautoriteit geen beslissing neemt betreffende de toelaatbaarheid van de concentratie, door de betrokken ondernemingen de concentratie niet tot uitvoering worden gebracht.
Het probleem was evenwel dat partijen toch allerlei akten op 29 juni 2023 wilden laten goedkeuren door de algemene vergaderingen en dat bij uitstel van die goedkeuring alles op de zeer lange baan zou worden geschoven. De assessor heeft partijen de mogelijkheid gegeven om alsnog op 29 juni 2023 over te gaan tot het verlijden van de vereiste akten, op voorwaarde dat er geen enkele onomkeerbare handeling wordt verricht en er geen handelingen worden uitgevoerd die ziekenhuisactiviteiten coördineren of integreren voordat de fusie is goedgekeurd door de Belgische Mededingingsautoriteit.
Emma Van de Voorde