OPENHEID NA EEN INCIDENT

    augustus 13, 2018
    OPENHEID NA EEN INCIDENT

    Op 13 april 2018 vond in het Universitair Medisch Centrum Utrecht de eerste Adrienne Cullen lezing plaats. Adrienne Cullen is een patiënte waarbij in 2011 een uitstrijkje werd afgenomen voor onderzoek. De uitslag raakte niet van bij de patholoog-anatoom tot bij de behandelend gynaecoloog. Pas twee jaar later werd per toeval deze fout ontdekt. Ondertussen had de kanker zich al uitgezaaid bij de patiënte.

    VOORDELEN VAN TRANSPARANTIE

    Nadat het ziekenhuis over de fout aanvankelijk niet wou communiceren, heeft het uiteindelijk toch een openbare lezing georganiseerd (https://www.umcutrecht.nl/nl/Over-Ons/Nieuws/2018/Open-disclosure-UMC-Utrecht-geeft-openheid-in-fat). Zowel de patiënte als de behandelende arts en het diensthoofd legden uit wat er destijds mis ging en welke gevolgen dit had op hun privéleven en werk.. De lezing kreeg in de media de nodige aandacht (zie bv. De Volkskrant, 13 april 2018; Mediquality van 23 april 2018). Het initiatief is alvast opmerkelijk. Het gebeurt niet vaak dat een ziekenhuis en/of behandelende artsen openlijk fouten toegeven. Dit vergt moed. Bezorgdheid voor reputatie, angst voor juridische gevolgen, vrees voor negatieve houding van verzekeraar enz. zijn vaak beweegredenen om niet over fouten te praten (VERJANS, E., “Informatie van artsen over medische fouten en incidenten aan patiënten”, T. Gez. R., 2017-2018, p. 180). Toch heeft transparantie over incidenten tal van voordelen. Patiënten krijgen de kans om sneller de juiste behandeling te ondergaan, patiënten zouden minder snel geneigd zijn nog juridische stappen te ondernemen, artsen kunnen met het incident op emotioneel vlak beter kunnen omgaan (VERJANS, E., p. 180) en de vertrouwensrelatie arts-patiënt kan bij openheid vaak nog worden gehandhaafd (VANSWEEVELT, Th. en PETITAT, V., “De erkenning van feiten en van fouten door een arts-verzekerde na een schadegeval”, T. Gez. R., 2003, p. 321).

    STANDPUNT VAN BEROEPSORGANISATIES

    Reeds in een advies van 11 december 1999 wees de Nationale Raad van de Orde der artsen er op dat bij een (vermoeden van een) medische fout een maximale informatie van de patiënt en/of zijn naaste verwanten deontologisch aangewezen is en dat geen enkele verzekeringstechnische bepaling deze open communicatie mag belemmeren. De Nederlandse KNMG werkte mee aan een Gedragscode ‘Openheid medische incidenten’ waarin de zorgaanbieder wordt aangeraden om bij een incident met (mogelijke) gevolgen voor de patiënt, zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 24 uur na het ontdekken van het incident, contact op te nemen met de patiënt (https://deletselschaderaad.nl/downloads/GOMA1.pdf). Indien uit het onderzoek naar de toedracht van het incident blijkt dat er sprake is geweest van een fout stelt de Gedragscode dat de zorgaanbieder deze fout moet erkennen en de patiënt verontschuldigingen moet aanbieden. De KNMG beseft dat het niet evident is voor een arts om slecht nieuws te melden. De beroepsorganisatie biedt artsen interessante tips aan die daarbij kunnen helpen, zie https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/openheid-na-incidenten.htm. Van belang is alvast dat ziekenhuis en/of arts er mee rekening houden dat na een fout, de patiënt en zijn naasten meer aandacht behoeven dan in een normale situatie en dat zowel patiënten als hulpverleners juist dan vaak de neiging hebben om afstand te creëren.

    GOEDE TROUW EN OPENHEID

    Openheid van een arts na een incident vloeit voort uit art. 7, § 1 Wet betreffende rechten van de patiënt. Dit artikel bepaalt dat de patiënt tegenover de beroepsbeoefenaar recht heeft op alle hem betreffende informatie die nodig is om inzicht te krijgen in zijn gezondheidstoestand en de vermoedelijke evolutie ervan. Bovendien kan de plicht tot transparantie worden gebaseerd op de aanvullende werking van goede trouw bij het uitvoeren van de behandelingsrelatie alsook op een algemene zorgvuldigheidsnorm (VERJANS, E., p. 192). Bij het erkennen van een fout hoeft een arts weinig te vrezen van de verzekeraar (VANSWEEVELT, TH. en PETITAT, V., p. 319). Zelfs indien de arts niet alleen een fout maar ook de aansprakelijkheid erkent is het zeer onwaarschijnlijk dat de verzekeraar zich nadien nog met succes kan richten tegen de arts-verzekerde (VERJANS, E., p. 195).

    Uit Artsenkrant 11 mei 2018