De (gerichte) medical audit

    december 28, 2018

    In de praktijk stellen zich vaak nog problemen die het toepassen van deze vorm van audit er niet makkelijk op maakt.

    Patientveiligheid

    Wanneer de hoofarts meent dat de veiligheid van patiënten en de goede gang van zaken met betrekking tot het risicobeheer in gevaar komt, dan kan de hoofdarts overgaan tot een gerichte medical audit. Ziekenhuisartsen kunnen worden verplicht om hieraan mee te werken. Volgens de Commissie Ziekenhuisgeneeskunde van de Nationale Raad van de Orde der Artsen heeft deze vorm van audit tot doel de oorzaken van een bepaald disfunctionerend gedrag bloot te leggen en eventueel actiepunten voor een oplossing voor te stellen, in het belang van de patiënt. Een gerichte medical audit hoeft dus niet te worden gevoerd om een ziekenhuisarts af te zetten, al komt het in de praktijk soms voor dat een arts na een audit wordt afgezet.

    Medisch reglement

    Het verloop van de procedure van de gerichte medical audit moet in het medisch reglement van het ziekenhuis zijn opgenomen. Ondanks de gewijzigde wetgeving in 2014 zijn nog niet alle ziekenhuizen overgegaan tot aanpassing van hun medisch reglement op dit punt.  

    Het verloop van de procedure omvat verschillende stappen zoals: 1° selectie en omschrijving van het klinisch of organisatorisch probleem; 2° vastleggen van de aard van de te verzamelen gegevens en eventueel de af te toetsen standaarden conform de stand van de wetenschap; 3° datacollectie; 4° aanduiding van de actiepunten en overleg met de betrokken diensthoofden.

    Betrokkenheid medische raad, directie en ziekenhuisarts

    De hoofdarts moet de algemeen directeur en de medische raad op de hoogte brengen van zijn voornemen voor een gerichte medical audit evenals van de aanleiding ertoe. Alvorens een (ontwerp)verslag wordt opgesteld van de gerichte medical audit is het evident dat de betrokken ziekenhuisarts de kans krijgt gehoord te worden. De ziekenhuisarts moet ook zijn opmerkingen kunnen geven bij het ontwerp- en definitief verslag.  De hoofdarts moet de beheerder en de medische raad  op de hoogte brengen van het resultaat van de gerichte medical audit. In samenwerking met de betrokken geneesheer-diensthoofd legt de hoofdarts indien nodig een implementatieplan met actiepunten op en evalueert hij de uitvoering van de actiepunten.  

    GDPR

    De Commissie Ziekenhuisgeneeskunde van de Nationale Raad van de Orde der Artsen wijst er terecht op dat het verzamelen van persoonsgegevens bij een audit moet plaatsvinden conform de privacywetgeving. Zowel de privacy van de patiënt als van de betrokken arts moet worden gerespecteerd. Dit vereist van meetaf aan transparantie over de finaliteit van de verwerking. Bovendien is het aangewezen om, indien niet met anonieme gegevens van patiënten kan worden gewerkt, patiënten om toestemming te vragen voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van een (gerichte) medical audit.

    Alle personen die in het kader van de audit toegang hebben tot persoonsgegevens moeten onderworpen zijn aan een wettelijke of contractuele geheimhoudingsplicht. Uit de recente Belgische wet verwerking van persoonsgegevens van 30 juli 2018 vloeit voort dat de hoofdarts en het ziekenhuis de categorieën van personen die toegang hebben tot de persoonsgegevens moeten aanwijzen. Hun hoedanigheid ten opzichte van de verwerking van de betrokken gegevens moet nauwkeurig worden omschreven.

    Bewarende maatregelen en instructies

    Hangende een gerichte medical audit kan het gebeuren dat de hoofdarts overgaat tot het nemen van een bewarende maatregel. In de mate er sprake is van een maatregel die meer is dan een louter bewarende maatregel en die een echt sanctionerend karakter heeft, is het voorafgaand advies van de medische raad vereist.

    In het wetsontwerp betreffende de klinische netwerking tussen ziekenhuizen is een instructiebevoegdheid voorzien voor de netwerkhoofdarts. De netwerkhoofdarts moet de locoregionale (en supraregionale) zorgopdrachten binnen het netwerk op elkaar afstemmen. Om die verantwoordelijkheid te kunnen opnemen en meer in het algemeen om de patiëntveiligheid binnen het netwerk te bewaken, is in het wetsontwerp alvast voorzien dat de netwerkhoofdarts de bevoegdheid heeft om instructies te geven aan ziekenhuisartsen. Die bevoegdheid kan echter enkel worden uitgeoefend in nauw overleg met het beheer van netwerk en de medische raad van het netwerk. Het is aangewezen dat er snel na de publicatie van de wet voor de klinische netwerken een Koninklijk besluit komt die de manier regelt waarop dit instructierecht kan worden uitgevoerd. Dit zal discussies op het terrein allicht vermijden of beperken.


    Uit Artsenkrant 16 november 2018